Advertisements / Reclame |
||
|
||
|
Wat informatie vanuit het nieuwe regeerakkoord oktober 2017
Het nieuwe kabinet wil in 2019 het lage BTW tarief verhogen van 6% naar 9%.
De opbrengst van deze BTW verhoging is nodig ter dekking van de verlaging van de belastingen op inkomen. Het lage BTW tarief van 6% geldt onder andere voor voedingsmiddelen, water, agrarische goederen, geneesmiddelen , kunst en boeken. Daarnaast vallen de volgende diensten onder het lage BTW tarief:
reparatie van fietsen, schoenen en kleding;
diensten van kappers;
werkzaamheden aan woningen;
cultuur en recreatie;
sport waaronder zwembaden en sauna’s. Deze goederen en diensten worden dus duurder door de verhoging van het lage BTW tarief.
De hypotheekrenteaftrek zal vanaf 2020 versneld verlaagd worden.
Het tarief waartegen een huizenbezitter zijn hypotheekrente mag aftrekken zal in vier jaar met stappen van 3% worden teruggebracht. Om de verlaging van de hypotheekrenteaftrek te compenseren, zal het eigenwoningforfait ook omlaag gaan. Dit forfait wordt 0,15% lager. Hierdoor zal voor de meeste huiseigenaren het eigenwoningforfait uitkomen op 0,60% van de WOZ-waarde, waar dit nu dus nog 0,75% is.
In het regeerakkoord staat opgenomen dat het bedrag in box 3 waarover belastingplichtigen geen inkomstenbelasting hoeven te betalen, verhoogd wordt van € 25.000 naar € 30.000.
De vermogensrendementsheffing is al een tijdje aan veel kritiek onderhevig. De gehanteerde tarieven sluiten namelijk niet aan bij de werkelijkheid. De 4% waarmee gerekend werd in de jaren voor 2017 was aanzienlijk hoger dan het (rente)percentage wat werd gegeven op een spaarrekening of behaald via beleggingen. De rechters hebben echter tot nu toe aangegeven dat de heffing niet in strijd is met het EVRM. Voor 2018 zijn de percentages voor het forfaitair rendement voor sparen en beleggen wel wat lager geworden.
Gezin recht op vrijstelling € 60.000
De verhoging naar € 30.000 geldt per persoon, dit wil zeggen dat bijvoorbeeld een gezin recht heeft op een vrijstelling van € 60.000.
Nederlanders met een aanmerkelijk belang in een vennootschap gaan de komende jaren flink meer belasting betalen in box 2. In de plannen van het nieuwe kabinet klimt het tarief van de huidige 25% naar 28,5% in 2021.
Een aanmerkelijkbelanghouder is iemand die een belang van 5% of meer houdt in een
vennootschap. Over het belastbaar inkomen dat voortvloeit uit dat aanmerkelijk belang moet 25% belasting worden afgedragen in box 2. Het optrekken van het tarief in box 2 is mede een gevolg van het besluit in het regeerakkoord om de komende jaren het mes te zetten in de vennootschapsbelasting
(VPB). De VPB daalt juist van 20% en 25% nu naar 16% en 21% in 2021.
Eerste verhoging tarief box 2 in 2020
Om een stokje te steken voor ‘een sterke aanzuigende werking naar de bv’ stijgen dus de
box 2-tarieven. De eerste verhoging is in 2020. Dan gaat het tarief naar 27,3%. In 2021 klimt het tarief dan verder naar 28,5%.
Huizenbezitters met een kleine of afgeloste hypotheekschuld moeten dekomende jaren toch weer rekening gaan houden met het eigenwoningforfait.
De regeling ‘geen of beperkte eigen woningschuld’ wordt namelijk de komende dertig jaar stapsgewijs afgebouwd. Door de wet Hillen hoeven huiseigenaren met een (bijna) afgeloste hypotheek momenteel geen eigenwoningforfait op te nemen in hun aangifte inkomstenbelasting. Deze wet is in 2005 ingevoerd om huizenbezitters met een (bijna) afgeloste hypotheekschuld te compenseren voor de betaling van het eigenwoningforfait. In het regeerakkoord is nu opgenomen dat deze wet aangepakt gaat worden. Het is de bedoeling dat deze regeling in dertig jaar afgebouwd gaat worden. Door deze afbouw gaan de betreffende huiseigenaren dus meer belasting betalen.
De tarieven voor de inkomstenbelasting worden aangepast
Voor de inkomstenbelasting gaat een tarief van 36,93% gelden voor inkomens tot € 68.000, daarboven gaan belastingplichtigen een tarief van 49,5% betalen. Werken moet hierdoor meer gaan lonen. Het tweeschijvenstelsel gaat dus bestaan uit een basistarief van 36,93% en een toptarief van 49,5%. Dit is een van de maatregelen uit het regeerakkoord die moet leiden tot een lastenverlichting van ruim € 6 miljard in 2021. Het inkomenspakket zorgt voor evenwicht tussen één- en tweeverdieners en maakt het – vooral voor werkenden met een
middeninkomen – lonender om (meer) te werken. Werkenden met een middeninkomen zien hun inkomen momenteel amper stijgen als zij een dag extra gaan werken of promotie maken omdat ze al snel in een hogere belastingschijf terechtkomen Door de twee belastingschijven in de loon- en inkomstenbelasting kunnen mensen langer profiteren van het lage tarief.
Wel drie schijven voor AOW-gerechtigden
Om de uitvoering van het fiscale stelsel dat in 2019 moet ingaan te realiseren, wordt de komende jaren € 0,5 miljard gereserveerd om de investeringsagenda van de Belastingdienst uit te voeren. Voor AOW-gerechtigden blijven er wel drie schijven bestaan.
Vrijwilligers kunnen straks een onbelaste vergoeding krijgen van maximaal €1.700 per kalenderjaar.
Dat is een verhoging van € 200. Daarnaast wil het nieuwe kabinet dat vrijwilligers die werken met mensen in een afhankelijkheidspositie voortaan een gratis Verklaring omtrent het gedrag (VOG) kunnen aanvragen. Werkt uw organisatie met vrijwilligers, dan kunt u op dit moment een maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding krijgen van € 1.500 per kalenderjaar. Per 2019 gaat dit bedrag omhoog naar € 1.700 per kalenderjaar.
Ruimere doelgroep gratis VOG
Het kabinet heeft ook besloten om de doelgroep voor de gratis VOG uit te breiden. Op dit moment kan een vrijwilliger van uw organisatie een gratis VOG krijgen als hij werkt met jongeren of mensen met een verstandelijke beperking. Tot deze groep behoren niet de ouderen of mensen met een psychische of fysieke beperking. In het regeerakkoord is daarom opgenomen dat vrijwilligers die werken met mensen in een afhankelijkheidspositie voortaan een gratis VOG kunnen aanvragen.
Ondernemers voor de inkomstenbelasting, die voldoen aan het urencriterium, komen in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek. In het regeerakkoord is aangegeven dat de zelfstandigenaftrek gaat wijzigen.
In het regeerakkoord staat dat de overheid aftrekposten, waaronder de zelfstandigenaftrek, vanaf 2020 gaat verlagen naar het basistarief. Als ondernemers voor de inkomstenbelasting voldoen aan het urencriterium kunnen zij in aanmerking komen voor de zelfstandigenaftrek. Dit urencriterium houdt in dat een ondernemer tenminste 1.225 uur per jaar besteedt aan de onderneming als aan het begin van het kalenderjaar de pensioengerechtigde leeftijd nog niet is bereikt.
Voldoen aan het urencriterium
Voldoet een ondernemer aan het urencriterium, dan mag hij voor de zelfstandigenaftrek een bedrag van € 7.280 (2017) in mindering brengen op de winst. Als de pensioengerechtigde leeftijd wel is bereikt, mag een ondernemer maar 50% van het bedrag van de zelfstandigenaftrek in mindering brengen. Het bedrag van € 7.280 (2017) zal de komende jaren dus omlaag gaan.
Ondernemingen in de vennootschapsbelasting (VPB) krijgen straks minder mogelijkheden om verliezen uit het ene boekjaar te verrekenen met winsten uit andere jaren.
De termijn voor de 'carry forward' gaat namelijk van negen naar zes jaar, blijkt uit het regeerakkoord. Nu is het nog zo dat ondernemingen verliezen in de VPB kunnen verrekenen met winsten uit andere boekjaren. Als een bv in een boekjaar verlies maakt kan dat nu nog verrekend worden met winsten uit de zes boekjaren daarvoor (de zogenoemde ‘carry back’) of met de winsten uit de negen boekjaren daarna (‘carry forward’). Die laatste termijn wordt teruggebracht tot zes jaar, zo staat te lezen in het regeerakkoord. Wel duurt het nog even voordat de maatregel in gaat: de invoering staat pas gepland voor 2028.
Voor ondernemers in de vennootschapsbelasting (VPB) bevat het regeerakkoord nieuwe afschrijvingsregels.
Door een nieuwe maatregel mogen zij een gebouw in eigen gebruik afschrijven tot maximaal 100% van de WOZ-waarde, dit was 50%. Afschrijven is een methode om de kosten van een uitgave toe te rekenen aan de jaren dat deze baten oplevert. In de vennootschapsbelasting schrijven ondernemingen panden en bijbehorende zaken af over de periode van de levensduur. Vaak bedraagt deze dertig jaar. Hierbij moet er allereerst rekening worden gehouden met de restwaarde. Over het verschil tussen de aanschafwaarde en de restwaarde kan worden afgeschreven.
Rekening houden met de bodemwaarde
Bij het afschrijven van panden moet ook rekening worden gehouden met de bodemwaarde. Deze bedraagt 50% van de WOZ-waarde bij een pand in eigen gebruik en 100% van de WOZ-waarde bij een beleggingspand. Het percentage van 50% wordt nu dus aangepast naar 100%. Volgens de doorrekening van het Centraal Planbureau leidt deze nieuwe maatregel tot een lastenverzwaring van € 0,2 miljard.
Het nieuwe kabinet zet een streep door de dividendbelasting.
Dat maakt het volgens de coalitie voor Nederlandse ondernemingen makkelijker om kapitaal uit het buitenland aan te trekken. Ook scheelt het administratieve rompslomp. Uit het regeerakkoord blijkt dat de afschaffing van de dividendbelasting waarschijnlijk voor 2020 gepland staat. Vanaf dat jaar boekt het kabinet namelijk jaarlijks € 1,4 miljard aan lagere belastinginkomsten in. Nu betalen ondernemingen nog 15% belasting over het dividend dat zij uitkeren. Daarvoor moeten zij ook aangifte doen. De ontvanger van het dividend kan dit vervolgens weer verrekenen in de aangifte voor de inkomstenbelasting of voor de vennootschapsbelasting (VPB). Door de dividendbelasting te schrappen wordt die administratieve last dus minder.
Buitenlandse ondernemingen kunnen voordeliger investeren
Voor buitenlandse ondernemingen geldt vaak dat zij de ingehouden dividendbelasting niet in Nederland kunnen verrekenen met de inkomstenbelasting of de VPB. Dit nadeel vervalt dus straks, waardoor buitenlandse ondernemingen ook makkelijker kunnen investeren in het Nederlandse bedrijfsleven. Tegelijkertijd neemt het kabinet maatregelen om te voorkomen dat er door het verdwijnen van de dividendbelasting brievenbusfirma’s uit de grond schieten die geld gaan uitkeren naar belastingparadijzen.
+31 (0) 61 25 42 763
Contactgegevens
Email: info@vloerenplus.com
Telefoon: +31 (0) 20 774 9512
Mobiel: + 31 (0) 6 12 54 27 63
ASN bank:
IBAN: NL73 ASNB 0707 7662 65
© 2015 VloerenPlus.co | Alle Rechten Voorbehouden VCA Gecertificeerd
VloerenPlus is een onderdeel van ServicesPluss
KvK nummer 64994031
Vloerenplus is een Norris Media Network website